RSS

Opgedane ervaringen

Voordat je op reis gaat, ga je op zoek op internet. Daar vindt je een overweldigende hoeveelheid aan informatie. Daarnaast kan je naar een reisburo gaan of, zoals wij deden, we gingen naar een bijeenkomst van een internet reisburo. Daar geven ze presentaties van reizen. Dat geeft je alweer een wat beter idee. Later toch maar weer internet raadplegen en prijzen opvragen bij verschillende reisburo’s. Dit waren vooral internet reisburo’s.

Wat bijzonder is, hoe goed je je ook laat informeren, je uiteindelijke persoonlijke ervaring is altijd anders. Daarom hieronder een opsomming van onze ervaringen.

Route

Natuurlijk moet een route uitgezocht worden. De reisburo’s kunnen hier mee helpen. Het belangrijkste is echter dat je voldoende tijd reserveert om rustpunten in te bouwen.Wij hebben vaak langer dan andere jeeps stil gestaan bij groepen dieren. We vonden het leuk om ze te spotten, maar nog leuker om hun gedrag te observeren.

In de route moet een opbouw zitten. Als je als eerste de Serengeti bezoekt, zal het Urusha National Park je niet meer kunnen bekoren. Aangezien de KLM een direct vlucht op Arusha heeft, is deze plaats een natuurlijk startpunt. Als je dan richting Serengeti reist, worden de National Parken telkens indrukwekkender. Niet alleen de grootte en aantal dieren, maar ook qua diersoorten. Hierdoor blijft elke dag interessant.

Wij hebben de klassieke route genomen. Arusha National Park, Tarangire National Park, Lake Manyara National Park, Ngorongoro krater, Serengeti National Park.

Wij hadden ervoor gekozen om de terugweg vanaf de Serengeti naar Arusha met een binnenlands vlucht te doen. Denk dan niet aan een jumbojet. De meeste operators vliegen in een 1-propeller vliegtuig met zo’n 15 zitplaatsen. Bij ons waren er uiteindelijk maar 8 bezet.

Rust

Alhoewel een goede chauffeur/gids rekening houdt met wat rust, blijkt dat je toch vaak de hele dag aan het rijden bent. Wij hebben dat niet als vervelend ervaren. Zelfs niet het feit dat je de hele dag door elkaar geschud wordt. Er zijn namelijk (behalve door ‘snelwegen’) geen verharde wegen. Zelfs de hoofdweg door de Serengeti is een onverharde weg.

Zorg ervoor dat je zelf niet gaat haasten. Als je alleen maar van de ene kudde Olifanten naar de andere kudde Giraffes rijdt, zal je achteraf spijt hebben dat je niet wat langer de immensiteit van de natuur op je hebt kunnen laten indringen. We kozen er eerder voor om een lunchpakket mee te nemen en wat langer stil te staan bij een kudde om hun gedrag te zien, dan dat we een luxe warme lunch in een lodge konden nuttigen.

Lodges

We hadden erg mooie lodges. Ook prijzig. De voorzieningen zijn echter zeer goed. Lekkere bedden en vaak een prachtig uitzicht vanuit je lodge en het restaurant. Vaak ook een goed zwembad. Internet is bijna overal aanwezig maar instabiel en/of langzaam. Maar wat wil je ook, midden in de bush.

Houd er rekening mee dat een mooie, kwalitatief goed lodge erg prettig is om tot rust te komen, maar dat je er maar een hele korte tijd verblijft. Bij ons was het vaak zo dat we terug kwamen van de game drive, ons dan gingen douchen. Dan heb je even tijd voor jezelf ( 1 uurtje) Dan ga je eten. Meestal heeft het restaurant een prachtig uitzicht. Daarna is het al in mei alweer donker. Naast het feit dat er wilde dieren in de omgeving aanwezig zijn, zijn er ook veel muggen. Dan wil je niet buiten zitten. Uiteindelijk slaap je vrij snel. De volgende ochtend ben je weer vroeg op.

Seizoen

We zaten aan het einde van het regenseizoen. Voor ons betekende dit een aangename temperatuur, niet verbranden en dat het wild overdag ook nog enigzins aktief was. We vertrokken ’s ochtends tussen 8 en 9 uur en waren dan weer op tussen 16:00 en 18:00 uur terug. Ik begreep dat in het hoogseizoen per dag 2 game drives gedaan worden. ’s ochtends om 6 uur en ergens laat in de middag. Alleen dan heb je kans op het spotten van jachtdieren.

Ook de bomen en planten staan er prachtig bij. Dat is natuurlijk een voordeel, maar ook een nadeel. Het gras stond aardig hoog waardoor de Leeuwen, Luipaarden en Cheeta’s amper te spotten waren. Een Leeuw liggend in het gras, kon je, zonder het op te merken, zo voorbij rijden. Gelukkig hadden we onze chauffeur. Dit spotte op een gegeven moment, al rijdend, op zo’n 200 meter in het hoge gras een Cheeta.

We hebben tijdens de game drive haast geen regen gehad. ’s avonds en ’s nachts kon het wel eens regenen. De meeste wegen zijn van grid en keien. In het algemeen is waren die, ook na een regenbui, goed begaanbaar.

Houd wel rekening dat sommige lodges moeilijk of slecht bereikbaar zijn. Tarangire Treetops, de lokatie waar we in een soort boomhut zouden slapen, bleek niet bereikbaar te zijn. Dat werd ons pas op de dag zelf gemeld. Later hoorde we dat deze lokatie vaker in de regentijd niet bereikbaar is. Serengeti Mbalangeti is een zeer mooie lodge, maar soms ook lastig bereikbaar. 3 km voor de lodge moet je een rivier oversteken. Deze kan te veel water bevatten zodag je de oversteek niet kan maken. Er is dan een hangbrug waar jij en je bagage over moet. Aan de andere kant staat dan de jeep van de lodge. Op zich wel een avontuur.

Ons is in ieder geval het seizoen goed bevallen. Ook al omdat de prijzen dan ook redelijk zijn. Tanzania is al niet goedkoop, zeker niet in het hoogseizoen.

Kleding

Aangezien je de meeste tijd in de auto doorbrengt heeft het geen zin om wandelschoenen mee te nemen. Wij zaten aan het einde van het regenseizoen. De temperaturen waren zeer aangenaam het was wisselend bewolkt. ’s ochtends en ’s avonds is het wat frisser. Daarnaast spelen de muggen en vliegen een rol. Niet overal heb je last van vliegen of muggen. De chauffeur kan aangeven wanneer je je erop moet kleden. De malariamuggen zijn in het algemeen na zonsondergang aktief. Tse-tse vliegen echter ook overdag. En dan heb je de nog de gewone vlieg. Alhoewel onschuldig is deze wel erg irritant.

De eerste dagen hebben we met lange broek en een overhemd met lange mouwen gezeten. We hadden ons vooraf met 50% Deet ingesmeerd. Later zijn we korte broeken met T-shirts gaan dragen. Dat ging meestal ook. Het beste is om afritsbroeken te dragen met een T-shirt en de pijpen van de afritsbroek en een overhemd met lange mouwen bij de hand te houden. Elk moment kan je in een gebied komen met veel ongedierte. Ik had ook nog een hoofdnetje (ANWB) mee. Dat is weliswaar geen gezicht, maar wel prettig als je in een gebied met irritantie vliegen bent.

Zeker op de Ngorongoro krater (we verbleven in een lodge op de rand op 2300 meter) is een dik vest en/of dikke jas welkom. De kamers zijn er zelfs verwarmd. Alleen het restaurant niet. Daar zaten we dus met onze jassen aan en hadden het nog koud. Een enkel avond was het ook in de auto wel prettig en natuurlijk in het vliegtuig.

De auto en de ‘game drive’

Onze lokale touroperator was Leopard tours. Deze beschikt, net als de meeste touroperators, over Toyota Landcruizers waar bij de tweede en derder rij bestaat uit twee aparte stoelen en de achterste rij een bank met drie stoelen is. 6 man in 1 jeep is zo een beetje wel het maximum. Mijn ervaring is dat de stoelen goed zitten, niet te hard en niet te zacht. Ook bij erg slechte wegen (de uit Parijs-Dakar bekende wasbordjes) zit je redelijk goed.

Het dak kan open waardoor je rondom bijna vrij uitzicht heb. In de Nationale Parken wordt het dak open geklapt en kan je, als je dat wilt, tijdens het rijden in de auto staan. Dat geeft wat verkoeling en geeft het idee dat je aktief bent. Uiteindelijk kan je turen wat je wilt, maar de chauffeur, alhoewel hij ook op de weg moet letten, ziet de bijzondere dieren altijd eerder dan dat jij ze ziet. Kwestie van ervaring zei onze gids.

We hebben in de 9 game drives zo’n 1300 km gereden, waarbij we een dag zelfs 260 km hebben gereden. Dat is veel, maar als je geinteresseerd bent in de natuur (en je hebt een goede chauffeur/gids) dan is de dag zo om.

Je zit dus de hele dag in de auto. Er wordt in het algemeen niet gewandeld behalve bij de ingangen van de National Parks. Bij de picknick plaatsen mag je natuurlijk uit de auto, maar een wandelingetje is meestal niet mogelijk. Een keer reed onze chauffeur om het toiletgebouw heen om er zeker van te zijn dat er niet ‘toevallig’ een stel leeuwen net achter het gebouwtje lagen. Later zijn we toch alleen even naar het gebouwtje gelopen.

De dieren

Eerlijk gezegd was ik bang dat we niet de complete ‘big five’ zouden zien. Ik kan je vertellen dat uiteindelijk de meeste dieren nog rijkelijk aanwezig zijn, inclusief leeuwen. Voor Luipaarden en Cheeta’s moet je geluk hebben. De chauffeur staat continu in contact met z’n collega’s dus als er wat te zien is, komt hij er wel achter. Er zijn echter haast geen neushoorns meer. Op de Serengeti is deze uitgestorven, alleen in de Ngorongoro krater kan je er een paar tegen komen. Wij hebben ze slechts vanaf een hele grote afstand kunnen zien.

Migration

Als je van plan bent om de Serengeti te bezoeken, wil je ook de ‘Migration’ zien, de enorme hoeveelheid Gnoe’s en Zebra’s. Er zijn veel plaatjes van deze trek, maar elk jaar is er een afwijking. Afhankelijk van de regen, zullen de kuddes voor op schema liggen of juist achter op schema zijn.

Wij hadden voor een onderkomen in de West corridor gekozen. Daar zouden namelijk rond mei de kuddes zitten. Dit jaar was de regen echter later gekomen waardoor de kuddes een stuk zuidelijker zaten. We kwamen ze al bij de zuidingang tegen.

Toileteren

Het verbaaste ons dat er bij elke picknick gelegenheid een toilet staat. En vaak nog redelijk netjes ook. Ook in ‘the middle of nowhere’. Soms is het een sta-toilet, maar we zagen daar ook nieuwe toiletgebouwen verrijzen. Soms zit er dan de hele dag een schoonmaker de boel schoon te houden. (ik hoopte maar dat hij ‘snachts opgehaald werd).

Er wordt regelmatig gesproken over bushtoilets. Hierbij bedoelt men dat je even uit de auto kan om je behoefte in de natuur te doen. Dat is echter alleen nodig als je echt hoge nood hebt. Toiletgebouwen zijn volgens mij altijd binnen en half uur te bereiken. Is het niet bij een picknickplaats dan is er wel een onderzoeksgebouw of een vliegveldje met een toiletgebouw. Gewoon even goed plannen.

De heren hebben het echter wel een paar keer in de natuur gedaan. De chauffeur zoekt dan een plek op met laag gras, zodat hij de omgeving goed kan overzien. Er doen verhaaltjes de ronde dat er toeristen zijn geweest die toch achter een bosje wilde, waar ze dan een of ander wild dier tegen kwamen. (of een reptiel). Dus gewoon vlak naast de jeep op een stil weggetje.

Valuta

Bijna overal wordt er in dollars gerekend. Zowel de lodges, restaurants als souvenirshops en zelfs de Masai (als je ze op de foto neemt). Tanzaniaanse shillings heb je niet echt nodig. Alleen als je een fooi van minder dan een dollar wilt geven dan zijn de 1000 shilling biljetten wel handig. De koers ligt ongeveer op 2000 shilling voor een euro.

Fooien

De mensen leven daar voor een groot deel van hun fooi. Dat begint als je uit het vliegtuig stapt. Je zal dan door de organisatie opgehaald worden en naar je eerste lodge gebracht worden. We beloonden de medewerkers (in ons geval 2) met een fooi. Bij elke lodge zijn er ‘dragers’. Je krijgt geen kans om zelf je koffer te dragen. Laat dat doen. Geef 1 dollar of, als je wilt, 1000 shilling (1/2 dollar). Rond Arusha is het levensonderhoud voor de lokale bevolking duurder dan richting Serengeti. Naar mijn idee kunnen de fooien daar dan wat lager. Naast de drager zijn er de bewakers (op sommige lodges mag je niet alleen in het donker naar je huisje), de housekeeping (voor je bed en bad) en restaurantmedewerkers. De chauffeur/gids komt zeker niet op de laatste plaats qua fooi. Uiteindelijk geeft je je laatste fooi aan de dragers die jouw koffers op de internationale luchthaven uit de auto halen.

Bij het uitchecken kan je de fooi voor het hotelpersoneel vaak in een soort brievenbus doen.

Restaurant

Op onze vakantie hadden we alle lodges op basis van vol pension. Tussen de middag eet je in de lodge of in een restaurant van een lodge die op de route ligt.Een aantal keren hebben we een lunchpakket meegenomen.

Zowel de lunch als het dinner is een warme maaltijd. Het drinken is alleen inbegrepen als je ‘All inclusive’ hebt geboekt. Bij ons was dat slecht in een lodge het geval. Een frisdrank is ook in de luxe lodges niet duur, ongeveer 2 a 3 dollar. Ook hier even aan de fooi denken. Als je ook ‘savonds in dezelfde lodge eet, kan je de fooi ook op de bon zetten. Aan het einde van de maaltijd wordt je gevraagd de bon van het drinken af te tekenen. Bij het uitchecken betaal je alles.

’s ochtends is er meestal een buffet. Een maal was het ontbijt ‘a la carte’. Er zijn verschillende soorten brood. Een aantal soorten zoet broodbeleg waaronder regelmatig ook pindakaas (?!?!?!?). Vleeswaren en kaas zijn beperkt verkrijgbaar. Bij elke lodge kan je op allerlei manieren klaargemaakte eieren bestellen. Pannekoeken zijn ook overal verkrijgbaar. Meestal is alleen een soort Ahorn (Canadeese) siroop beschikbaar. Onze stroop kennen ze niet.

Een aantal lodges zijn eigendom van Indiers. Hier staan vaak Curries op het menu. Let wel, ook bij het ontbijt. Dat ging mij een beetje te ver.

Daarnaast was er altijd vruchtensap en waren er verse vruchten. Melk was ook beschikbaar. De meusli was zeer beperkt en yoghurt was haast niet te krijgen.

Wij hebben ons (bijna altijd) aan het advies gehouden om geen rauwe groenten of vruchten te eten die niet schilbaar waren. De kans dat deze door vervuild water besmet zijn is altijd aanwezig. We hebben dit nog bij twee lodges nagevraagd, deze gaven echter aan dat alle groente en fruit behandeld werd met uitgekookt water of dat ze speciale filters gebruikten. We durfden het echter toch niet aan.

Tot slot

Als jullie nog vragen hebben, kunnen jullie op deze post reageren. Ik zal dan zou goed mogelijk proberen te antwoorden.

In ieder geval op ik dat jullie met veel plezier de blog gelezen hebben en mogelijk een fijne vakantie hebben.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 26 mei, 2015 in Uncategorized

 

Joyriding en vliegen (donderdag, 14 mei)

Mogelijk heb ik mij vergist in de titels, maar vandaag is in ieder geval de laatste dag in Tanzania aangebroken. Om 8 uur vertrekken we uit de lodge om een binnenlandse vlucht naar Arusha te nemen.
6 uur gaat de wekker, omdat wij (vooral ik) wat meer tijd nodig heb dan de rest. Toch maar even blijven liggen om wakker te worden. Eruit, aankleden en de tassen pakken. Dan ontbijten. Alweer een mooie zonsopgang, maar al snel komen er wolkjes.
Alhoewel het regentijd is, hebben we overdag weinig of geen regen gehad. Het was wisselend bewolkt waardoor het in de auto niet al te warm werd. Bovendien hoefde we niet bang te zijn om te verbranden. Voor de foto’s was het echter niet altijd bevorderlijk, maar daar hebben we Photoshop voor.
Even voor 8 uur zitten we in de receptie. We kunnen nog even naar facebook kijken en de mail lezen. Als we vertrekken zet Francis er stevig de vaart in. Hij haalt op de kleine onverharde en met kuilen bezaaide weggetjes soms 80 km/u. We vinden hem erg gehaast. Hij geeft aan dat hij het risico niet wilt nemen om voor een volle rivier te staan (de rivier van de krokodillen en nijlpaarden) en heeft daarom een andere route geplant met een meer zuidelijke oversteek. Deze oversteek heeft een echte brug, niet zo een waar je door water moet rijden.
Op de afslag naar de brug ontmoeten we een jeep met rangers. Bij elke tegeligger stopt Francis om even bij te praten. De ene keer voor de stand van zaken over het spotten van wild, deze keer om over de stand van de wegen (zeg maar paden) geinformeerd te raken. We maken een grapje, alsof we het gesprek in Swahili verstaan hebben, en zeggen hem dat de rangers aan hem hebben gezegd dat we er niet doorkunnen, maar hij heeft gezegd dat hij het toch gaat proberen. Hij lacht een beetje, maar geeft wel aan dat het pad door de regen moeilijk begaanbaar is.
Nou, daar komen we 10 minuten later achter. Als we over de echte brug rijden, komen we al snel op modderige paden met soms diepe geulen. We glibberen alle kanten op. Later wordt het vlakker en lijkt het pad beter te zijn. We hebben een stuk grasland voor ons waar eigenlijk geen echt pad is. In ieder geval geen pad met steenpuin erop. Op enig moment lopen er meerdere paden. Francis neemt het pad met de minste spoorvorming, maar merkt al snel dat hij nagenoeg geen grip heeft. Ik hou m’n hart vast, het lijkt of we vast komen te zitten. Dan stop hij plots en zet de auto in z’n achteruit. Hij vertrouwt het ook niet en besluit om te keren. Dat betekent weer glibberen naar de brug.
Aangezien we nu weer zo’n 1/2 moeten terugrijden en het niet zeker is of we bij de krokodillen over kunnen steken ivm de waterhoogte, wordt zijn haast nog groter we scheuren door de modder. Soms glijdt de jeep helemaal dwars. Als we bij de bocht komen waar we op de heenweg bijna uit de bocht vlogen, ‘rammen’ we een struik en staan we even later stil. Geen beweging in te krijgen. Voor het eerst laat Francis z’n emoties de vrije loop. ‘Shit’
Francis stapt uit om de situatie op te nemen, start de auto weer schakeld wat en zowaar komt er weer vaart in. Hup de brug over en op weg naar de andere oversteek. Daar aangekomen lijkt het waterpeil acceptabel te zijn. Hij schat de situatie in en besluit over te steken. Er ligt zelfs een dood nijlpaard in de weg. Tijdens de oversteek schat ik in dat we door zo’n halve meter water rijden. Links de krokodillen, rechts weer de nijlpaarden. We komen er goed door en zijn binnen 10 minuten bij het vliegveld. Francis slaagt een diepe zucht. Niet een keer meer om de 10 minuten. Dat moet voor hem, alhoewel hij 6 jaar ervaring heeft, wel een hele speciale ochtend zijn geweest.
Nu is het wachten op het vliegtuig. Er zitten hier vervelende vliegen en ik doe, tot Irma haar ontzetting, mijn handige mini klamboe over m’n hoofd. Dat was een goed idee van Nick, jammer dat hij z’n eigen mini klamboe niet in z’n rugzak heeft. Als het vliegtuig is geland moet ik ‘m van Irma echt af doen.
Na veel lovende woorden nemen we afscheid van Francis en stappen in het vliegtuig in. 20 minuten vliegen voor een tussenstop op Central Serengeti, daar nog vier mensen oppikken en dan in een uurtje naar Arusha. Daar worden we weer opgewacht door een medewerker van Leopard tours.
We hebben een dagkamer in de Coffee Lodge genomen. Binnen 15 minuten zijn we daar en kunnen onder het genot van een ice coffee inchecken. Even onze kamer verkennen en dan lunchen. De kamer is bijzonder luxe, zo ook de badkamer. Er is in de woonkamer zelfs een open haard. We lunchen in de tuin. Daarna relaxen we een beetje en nemen we een douche zodat we fris aan de terugreis kunnen beginnen. Jammer dat we niet meer tijd hier hebben kunnen verblijven.
Onze chauffeur van Leopard tours brengt ons naar het internationale vliegveld van Arusha. Dat is wel een uurtje rijden. Hoofdzakelijk door de stad, met ook hier z’n opstoppingen. Het is 17:00 uur en ook hier is het spitstijd. Je ziet hier verschillende soorten ‘taxi’s’. De minibusjes die soms overvol zitten en de motors die 1 of 2! passagiers meenemen.
De hoofdstraten zijn allemaal geasfalteerd, maar als je een zijstraat in kijkt, is het een en al aarde met grote keien ertussendoor. De kleinere straten zijn al helemaal niet om aan te zien. Hot items zijn 2e hands schoenen en gebakken mais. Overal langs de weg wordt dit verkocht.
We komen een half uur te vroeg op het vliegveld aan. Inchecken gaat wel heel rommelig. Het lijkt telkens of ze onze gegevens niet kunnen vinden, maar uiteindelijk krijgen we onze instapkaarten. Dan naar de douane. Blijkt dat we eerst een of ander geel formulier moeten invullen. Weer terug bij de douane moet de enig de vingers en daarna de duim laten inscannen. Hetzelfde voor de ander hand. Bij een andere douane ambtenaar hoeft Irma alleen maar haar duim van een hand te laten scannen. Je vraagt je af of er wat mee gedaan wordt.
Nog even in de lounge ontspannen totdat we in kunnen stappen. Door Nick z’n relatie met KLM kunnen we deze lounge in waar we ook nog eens gratis hapjes en drinken kunnen krijgen. In Amsterdam is dat een zeer luxe lounge, hier in Arusha ziet het er erg armzalig uit. In ieder geval kunnen we even rustig op een zachte bank uitrusten. Onze vlucht heeft een tussenstop in Kinali, Rwanda. Zo kom je nog een ergens.
We zitten nu te wachten totdat we van Kinali kunnen opstijgen. Er is een nieuwe crew aan boord gekomen evanals nieuwe passagiers. Het vliegtuig is bijgevuld en we staan op het punt om te vertrekken. Nog een kleine kink in de kabel. De beeldschermen willen niet de veiligheidsinstructie video afspelen, dus gaan we op de ouderwetse ‘live’ demonstratie over.
We vliegen weer op tijd in een bijna vol toestel. De plaatsen vooraan die waar we op de heenweg naartoe waren gewisseld, zijn nu bezet. We hebben echter genoeg plaats omdat we in de comfort klasse zitten. Een stukje naar achteren hebben twee mannen een hele rij van 4 stoelen tot hun beschikking en liggen over de hele breedte te slapen. Wij slapen ook redelijk. Om half zes worden de lichting weer aangedaan en krijgen we ontbijt.
We landen op tijd en tot onze verbazing staat Suzanne ons op te wachten. Dat is wel een hele welkome verrassing. We zetten Nick en Elly in Weesp af en zoefen over de A1 en A6 zachtjes naar huis. Dat is nog eens wat anders dan die ribbelwegen in een jeep.
Het zit er weer op.
Morgen nog een laatste blog over de opgedane ervaringen op deze reis. Het voelt namelijk toch anders dan dat we vooraf ingeschat hadden.

Groeten Piet

 
2 reacties

Geplaatst door op 15 mei, 2015 in Uncategorized

 

Serengeti dag 3 (woensdag, 13 mei)

’s ochtends vroeg eruit het wordt een lange dag. Francis heeft het volgende in petto. We rijden zo snel mogelijk naar het centrale deel van de Serengeti en gaan daar op zoek naar wild.
Ik wil weer een lekker broodje pindakaas scoren maar de pindakaas is op. Gisteravond hadden we pindasaus bij de kip met rijst en cashewnoten. Dan maar weer over op de gewone lunchbox.
We rijden naar centraal Serengeti waar een aantal ‘kopjes’ staan. Kopjes zijn gesteenten als rotsen, door erosie uit het land naar boven gekomen. Omdat dat een mooie uitkijkpost vormt, zijn er vaak leeuwen te vinden. Natuurlijk komen we Giraffen, Olifanten, Antilopen, Wildebeesten, Buffels, Topi’s en Gazellen tegen. Andere dieren komen we af en toe tegen. Hyena’s en jakhalzen.
Ondertussen zijn we zo verwend dat de we voor de eerste groep amper meer stoppen. We zijn op zoek naar de ‘specials’. Luipaarden en Cheeta’s.
Toch kunnen we het niet weerstaan, als er een groep Olifanten met kleintjes op onze weg komen. Als we stil staan en de motor af zetten trekken de Olifanten zich niets meer van ons aan en lopen voor en achter ons het pad over. Het leukste zijn de piepkleine olifanten. We blijven ze wel een half uur observeren, maar krijgen de kleinste amper te zien. Bij elk vreemd geluid staat ze meteen weer achter haar moeder, precies uit ons vizier. Uiteindelijk kunnen we haar mooi op de foto nemen. Een ander stel met een heel klein olifantje komt wel goed in zicht. De kleine zoogt nog bij z’n moeder en kan z’n slurf nog niet goed gebruiken om gras mee naar binnen te krijgen. Af en toe blijft z’n slurf in z’n mond steken.
Na de lunch gaan we verder naar de Masai kopje. Daar ziet Francis al op grote afstand een paar leeuwen boven op de 10 meter hoge rots zitten. Op de andere rots zitten er ook twee een jong mannetje en een vrouwtje. Bij iedereen kwam de film ‘de Leeuwenkoning’ in gedacht, Simba en Nala en Moemfasa en Scar op de andere rots.
Zo langzamerhand wordt het tijd om terug te gaan. We rijden weer richting lodge. Opeens staat de auto still, we zitten alle vier bijna op Francis z’n schoot. Hij zag een Cheeta. Hoe hij dat kan zien is ons een raadsel. De Cheeta liep op een afstand van zo’n 80 meter in gras dat bijna even hoog is als de Cheeta zelf. Toen we hem zagen en een foto genomen hadden, moesten we die 20 keer vergroten voordat we goed konden ziet dat het om een Cheeta ging.
Zo snel mogelijk probeerden we dichterbij te komen, maar dat was een probleem vanwege een riviertje en een stuk drassige weg. Na een omweg zijn we hem gaan zoeken waarbij Francis onze foto’s gebruikte om de plaats te bepalen waar we de Cheeta hadden gezien. Ondertussen begon het te regenen. Toen we hem na drie keer op en neer rijden nog niet hadden gezien besloten we terug naar de lodge te rijden.
We hadder er aardig de snelheid in, maar na een lange dag is twee uur over onverharde, met kuilen bezaaide, weg rijden wel erg vermoeiend. Nick moest weer plassen. Francis bood aan om een bushtoilet te nemen. Zo gezegt zo gedaan. Ik hoop dat de dames goed uitkeken zodat we niet door een leeuw gegrepen werden. De dames wilden geen bushtoilet nemen. Vol bravoure melden ze dat vrouwen toch een betere beheersing hebben dat de mannen. Een uurtje later begonnen ze toch wel erg benauwde gezichten te trekken en Irma trok helemaal wit weg. We mochten ook niet meer stoppen voor de ‘groep 2′ dieren, want we kwamen nog een grote groep hyena’s en een jakhals tegen. Nu maar hopen dat we met de auto over de rivier kunnen, anders is het leed voor de vrouwen niet te overzien. Een uur eerder hadden zij namelijk al aangekondigd dat zij de touwbrug niet zouden redden. Francis kreeg ook in de gaten dat de dames het benauwd hadden gekregen en zette er nog een grotere vaart in en racete door de rivier naar de lodge. Net gered.
We hebben deze avond, ter afscheid, Francis uitgenodigd voor het diner. We hebben nog nagekaart over de voorbije week en hebben om 22:00 uur nadat we hem z’n ‘fooi’ (verkapt salaris) hadden gegeven, afscheid genomen.
In de nacht werden we meedere keren wakker van het gehuil van de hyena’s.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 14 mei, 2015 in Uncategorized

 

Serengeti dag 2 (dinsdag, 12 mei)

De voorlaatste dag. Het is weer licht als om 7 uur de wekker af gaat. 8:30 vertrekken we voor de 2e game-drive op de Serengeti. Omdat het licht is mogen we zelfstandig naar het restaurant lopen. Onze ‘tent’ blijkt een vrij uitzicht te hebben over de vlakte. Ik ga even stilletjes genieten op ons voordek naast het tweepersoons buitenbad.
In het restaurant zijn we samen met de Engelsen de enige aanwezigen. De derde groep die hier op dit moment verblijven zijn al weg. Het gehele personeel staat tot onze beschikking en dat merken we ook. We worden op onze wenken bediend.
In het vorige hotel heb ik voor mijzelf uitgevonden dat ik ook zelf m’n lunchpakket kan samenstellen. Ik bestel het brood van toast (dit is wat groter dan wat er op het buffet ligt) laat het niet toasten en smeer daar roomboter en pindakaas (tot mijn verbazing in elke lodge beschikbaar) op. Ik moest dit keer naar de pindakaas vragen, het stond niet op het buffet. Eerst kwam de ober met een potje boter aan, maar de kokkin legde hem in het Swahili uit dat hij wat anders moest brengen. Aan Anna, onze Nederlandse (uit Epe) gastvrouw heb ik wat melk gevraagd. Blijkt dat ze mij gewoon drinkkartonnetjes konden meegeven.
We zitten in het Noord-Westen van de Serengeti. Serengeti betekent trouwens is het Swahili, oneindige vlakte, en dat is het ook. Het landschap wisselt wel, maar overal heb je een enorm vergezicht. We zijn nu op onszelf aangewezen, er zijn in dit gebied niet zoveel andere jeeps. Maar Francis is een goede gids en heeft scherpe ogen.
We reden richting vliegveld waar we overmorgen vanuit terug naar Arusha vliegen. Daar zou een locatie zijn met laag gras waar we Cheeta’s zouden kunnen spotten. Vlak voor het vliegveld moeten we echter een riviertje oversteken. Dit blijkt de attraktie van de dag te worden. Aan de ene kant een grote groep nijlpaarden die telkens onder duiken en dan weer met een fontein aan lucht en water boven komen. Benedenloops direct naast het watervalletje dat door de ‘brug’ ontstaan is, liggen krokodillen te wachten op hun menu.
De brug is niets anders dan een betonnen weg door de rivier. Deze werkt als een te lage dam waar water overheen loopt. Er loopt genoeg water over om ook vissen mee te nemen. dit blijken veelal meervallen te zijn, en niet zo’n kleine ook. De krokodillen hebben het hier gemakkelijk. Ze liggen met hun mond open in de waterval te wachten totdat er een vis doorheen spoelt. Dan snel happen. We zien dat er op die manier een aantal vissen verorbert worden. Een ‘hammerhead’ (vogel) zit vlak bij de krokodillen te wachten op zijn maaltje.
Opeens komt er een varaan over de weg lopen. Blijken er op de andere oever ook een aantal en nog grotere ook te zitten.
We rijden door naar het vliegveld en lunchen daar. Daarna naar het Cheeta gebied. Het lukt ons niet om een Cheeta te spotten en rijden weer terug naar de rivier. We moesten nog de nijlpaarden beter observeren en fotograferen.
De tijd gaat weer veel te snel. We zouden op tijd bij de lodge zijn om nog even te genieten van ons prachtige onderkomen.
Ik ben de enige die het zwembad trotseert. Prachtig, zwemmen op zo’n 100 meter boven en uitzicht op de Serengeti. Als ik rustig in het water sta zie ik de zwaluwen vlak voor mij de insecten boven en in het water vangen. Sommige zwaluwen ketsen met hun borst in het water, komen bijna tot stilstand en vliegen dan weer weg. Dat gaat af en aan.
Telkens als we van de game drive terug komen moeten we aangeven wanneer we gaan eten. We mogen in het donker die 60 meter naar het restaurant niet alleen lopen. Vanavond komt een als Masai krijger geklede jongen ons ophalen. We nemen een foto van hem en z’n autoband zandalen. Natuurlijk krijgt hij daarvoor een fooitje.
’s avonds weer heerlijk gegeten. De vleermuisjes vliegen door het restaurant. Onweer dreigt waardoor de vleermuisjes goed te eten hebben. Als ze een insect te pakken hebben, haken ze zich boven ons aan het rieten dak vast.
Voordat we gaan slapen nog even naar de receptie om ons blog te publiceren. Alleen daar is internet bereik. De receptie ligt op 300 meter van ons huisje en we worden natuurlijk weer begeleid door de Masai krijger. Blij toe. Wat zou er ’s nachts over het terrein lopen? Ook weer terug begeleid en we maken ons op voor de volgende dag.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 14 mei, 2015 in Uncategorized

 

De krater uit, de Serengeti op (maandag, 11 mei)

(Ik schrijf dit nu een dag later voor de ‘tent’ uitkijkend over de Serengetivlakte. Een groepje bavianen maken beneden ruzie)
Vandaag wordt het een lange rit. We moeten van de Ngorongoro krater naar het noord-westen van de Serengeti. Het wordt een game-drive gecombineerd een verplaatsing naar de Mbalangeti Serengeti Luxury Lodge.
Bij het verlaten van de krater komen we een paar originele Masai dorpjes tegen. Bij de eerste staan drie jongetjes (mogelijk is er 1 een meisje) de bekende Masia dans te doen (ze springen op en neer) We weten dat ze wat geld willen als we een foto maken, maar dat vinden we niet erg. Ze poseren geduldig en gaan daarna meteen, zoals een goede Masai betaamd, in onderhandeling over geld. Zo klein ze zijn, ze kunnen in het Engels tot 10 tellen en onderhandelen.
Na een tijdje komen we op de Serengeti. Een van onze doelen was om de ‘migration’ van de wildebeesten en de zebra’s te zien. Eigenlijk volgen de wildebeesten de zebra’s, zo wordt ons door Francis uitgelegd. In de verre omtrek zien we er wel meer dan 10.000. Ze steken op verschillende plekken de ‘snelweg’ door de Serengeti over. Ten minste als je een strook uit puin en soms grotere stenen bestaande strook waar net 2 auto’s elkaar kunnen passeren een snelweg kan noemen.
Op een gegeven moment wil er op het laatst toch nog een zebra de weg oversteken. We rijden op deze weg maximaal 70 km/u en Francis moet tot het uiterste remmen om de zebra niet aan te rijden. Hij loop van schrik nu met zo’n 40 km/u op een afstand van een halve meter voor onze auto uit. Pffff… dat ging maar net goed.
Na nog een tijdje over deze weg met af en toe, de uit Parijs – Dakar bekende, wasborden gereden te hebben slaan we af om met onze game-drive te beginnen. We zien hier nagenoeg alle dieren die we ook in de vorige natuurparken gezien hebben. We willen echter onze Big 5 kunnen afstrepen. We missen daarvoor nog het luipaard.
Op een gegeven moment wordt er heftig over de mobilofoon gesproken. Wij verstaan er natuurlijk niets van. Iedereen spreekt over de mobilofoon Swahili. Op het moment dat we een grote kudde olifanten zien meldt hij dat hij even eerst de andere kant op wil, er is mogelijk iets interessants gespot. We hebben gemerkt dat hij nooit exact verteld wat, tot we er echt zijn en het kunnen zien.
Bij een grote rots staan twee andere jeeps en wij sluiten ons aan. Het blijkt dat daar, in een boom verstopt, twee luipaardwelpen zitten. Ze zijn zeer moeilijk te zien. Zitten natuurlijk in de schaduw de dag door te komen. De moeder is in geen velden of wegen te zien. Waarschijnlijk op jacht. We besluiten in de auto te lunchen. Zo kunnen we alle bewegingen gadeslaan en in aktie komen als er een mooit ‘plaatje’ opdoemt. Af en toe zet Francis de jeep een stukje vooruit en dan weer achteruit zodat we een beter zicht door de takken hebben. Na een half uur houdt er eentje voor gezien en klimt aan de zijkant van de rots naar beneden. Net buiten ons zicht. We een stuk naar voren, maar als we de welp weer in het vizier hebben is hij al bijna beneden en uit het zicht.
Je zou kunnen zeggen dat we de 5 nu kunnen afstrepen, maar een welp telt eigenlijk maar voor de helft. En dan nog, 2 welpen is dan ook 1. We besluiten toch om uit te kijken naar de moeder. Op enig moment zien we een paar jeeps stil staan en wordt er over de mobilofoon informatie uitgewisseld. De moeder zit in een boom uit te rusten (of op de uitkijk). Ze ziet er prachtig uit, loopt over de tak en legt zich neer op een splitsing van takken. We kunnen de 5 nu definitief aftrepen.
Het begint nu wel laat te worden en we moeten nog 2 uur rijden voordat we bij de lodge zijn. Er wordt flink doorgereden en we worden op de wasborden aardig door elkaar gerammeld. Af en toe stoppen we even om een vogel of een groep dieren op de foto te zetten.
Tegen de tijd dat het donker wordt (tijdens het schrijven begint het nu – 18:25 – ook schemerig te worden. Ik zie regelmatig kleine hagedisjes, anolissen, langs me heen schieten) komen we in de buurt van de lodge. We komen een jeep tegen die ook bij de lodge moet zijn, de inzittenden zijn een beetje in paniek. De rivier is in enkele uren gesteken en het blijkt dat de jeeps er niet meer door kunnen. Op zich geen probleem dan komt er een jeep van de lodge aan de andere kant van de rivier ons ophalen. We moeten dan wel over een hangbrug de rivier over. Het grootste probleem is dat de inzittenden van de andere jeep geen mobilofoon hebben en daarom de lodge niet kunnen inlichten van hun komst. Wij hebben we een long range radio. Francis krijgt contact met zijn kantoor en die lichten de medewerker van de lodge in.
Het duurt echter nog een tijdje voordat de jeep van de lodge is gearriveerd. Wij en de inzittenden van de andere jeep (een aantal Engelsen die op eigen gelegenheid rijden) gaan alvast op onderzoek uit. Rond de hangbrug bivakkeerd een groep bavianen. Dat zie je aan de vloer van de brug. Vol met uitwerpselen. Aan de overkant kunnen we een paar mooie plaatjes schieten van de zonsondergang. Als ik terug loop en net twee stappen op de hangbrug heb gedaan, gillen een paar bavianen en alle bavianen rennen alle kanten op. De Engels mevrouw, die naar mijn mening heldhaftig als eerste naar de overkant ging, rende hard de brug op schreeuwde ‘quick, quick, quick’ naar mij. Wij maar weer snel terug naar de jeeps.
Na 10 minuten kwam de jeep van de lodge aanrijden. Een paar medewerker tilden onze tassen op hun rug en op hun hoofd over de hangbrug. Ik was wel bang dat een van hen z’n evenwicht zou verliezen en onze tas in de rivier zou belanden. Ikzelf kan al amper 1 tas dragen.
Samen met de Engelsen worden we in de jeep gepropt. Het dak werd open gedaan. Personen die geen zitplaats hadden konden dan in het gangpad staan. We hoorden dat de Engelse nog een hagelijk avontuur hadden beleeft. Ze vroegen of de lodge een werkplaats heeft omdat ze al 2 lekke banden hadden gereden en nu geen reserve meer hadden. Ze vertelde dat de laatste bandenwissel vlak bij de hyena’s was geweest. Wij waren daar ook langs gekomen en hadden zo’n 100 meter voor de betreffende hyena’s een leeuw zien liggen. Daar hebben zij geen weet van gehad.
Ons ontvangst op de lodge was overweldigend. Weer een warme vochtige handdoek om onze handen en gezicht mee schoon te maken en een glaasje vruchtensap. We worden in het ‘Nederlands’ welkom geheten…..? De vrouwelijke manager is een Zuid-Afrikaanse. Het meeste Zuid-Afrikaans is goed te volgen, maar soms raakte ik haar een beetje kwijt.
De papieren afhandeling werd door een lokale schoonheid gedaan. Of we maar even een invulformulier wilde invullen. Ja… ook de achterkant even tekenen. Mmmmm. Zal ik toch maar eerst eens lezen waarvoor ik dan teken. Dat was een bedenkelijke tekst. Het was een verklaring dat zij geen enkele aansprakelijk hadden voor ons welzijn omdat we in een natuurgebied waren. Alle risico’s, tot en met de dood werden even opgesomt.
We mogen in het donker niet zelfstandig de lodge verlaten. Daarom moeten we een tijdstip uitkiezen wanneer we gaan eten. 5 minuten daarvoor komt er dan een medewerker ons ophalen. In het donker tussen struiken en hoog gras begeven we ons naar het restaurant. Toch wel een vreemd gevoel. Wat zal er in die struiken zitten?
We worden in het restaurant opgewacht door een verwelkomingscommitee. De Zuid-Afrikaanse mevrouw heet ons welkom en geeft aan dat we onze vrienden ‘in de kroeg’ kunnen vinden. Op het terras dus. Er is onweer in de lucht en er speelt zich een prachtig schouwspel af van bliksem. Gelukkig ver weg en we kunnen nog lekker buiten zitten.
Op het moment dat we naar binnen gaan om aan tafel te gaan begint het te waaien en we zijn een beetje bang dat we midden in een donderstorm terecht zijn gekomen. Alle luiken en luifels worden dicht gedaan en we zitten tochtvrij. Gelukkig valt de storm en regen erg mee.
Na het eten worden we in het pikkedonker weer weggebracht en blijven we alleen achter in onze ‘tent’. Tanden poetsen en naar bed maar. Om 11 uur gaat de elektra eraf.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 12 mei, 2015 in Uncategorized

 

De krater in (zondag, 10 mei)

De krater in (zondag, 10 mei)

imageimageimageimageOm 8:00 zitten we in de auto. Ik informeer of Francis nog iets gehoord heeft over de portemonnee van Irma. Hij bleek helemaal niet geinformeert te zijn. Bij navraag bleek de portemonnee terecht te zijn, alleen was er weer misverstand op misverstand en konden we alsnog 15 min wachten voordat de portemonnee bij de receptie was.

Nu dan echt de krater in. We komen allerlei dieren weer tegen. Elke keer zeggen we tegen elkaar dat we ons niet verbazen dat het na zoveel dagen nog niet saai wordt. We kunnen echter elke keer weer genieten van een groep Thomson gazelle, een mooie (roof)vogel of relaxende zebra’s. Maar we verwachten nu wel vuurwerk. We hebben namelijk de leeuwen nog niet van dichtbij gezien, en de zwarte neushoorn kunnen we hoogstwaarschijnlijk alleen hier in de krater zien.
Ja hoor, binnen een uur nadat we op de bodem van de krater waren gearriveerd, stonden we bij een leeuwin met drie kleintjes. De moeder liep ronde de auto’s en de kleintjes zaten op een gegeven moment in de schaduw van een van de jeeps. Onze harten begonnen nog sneller te kloppen toen we in de verte een groep van 20 leeuwen zagen aankomen. Zonder aandacht aan ons te schenken liepen ze tussen de auto’s door naar de andere kant waar er een paar op wat rotsen op de uitkijk gingen staan. (Ik hoor nu tijdens het schrijven de bellen van de geiten die de Masai weer terug naar hun dorp brengen) Uiteindelijk zie een van de leeuwinnen de andere leeuwin met de drie kleintjes. Ze lopen op elkaar af en begroeten elkaar innig. Hierna komen ook de kleintje aangerend. Even later gaan ze weer hun eigen weg.
We zien ook weer twee p

rachtige olifanten en een aantal hyena’s.
’s middags hebben we een picknick lunch in de krater bij de nijlpaardenvijver. Deze zit vol met nijlpaarden, maar ook met jeeps en bezoekers. Dit terwijl het nog steed laagseizoen is. In het hoogseizoen kan je tijdens de lunch hier over de hoofden lopen.
Een paar roofvogels blijven rondjes boven etende bezoekers zweven. Dat is wat anders dan een zeemeeuw of een musje die wat kruimels wil pikken. Je zal maar met een buizerd geconfronteerd worden. Francis besluit dat we in de jeep eten. Weer een goede en uitgebreide lunch van de lodge. Nog even wat nijlpaarden fotograferen en weer op weg.
Nu moet het gebeuren. We moeten toch wel een van de weinige overgebleven neushoorns spotten. In een onverstaanbare taal krijgt Francis over de mobilofoon te horen waar er mogelijk een te zien is. Het zijn er zelfs twee. Een wat donkere en een lichtgrijze. Ze staan onbereikbaar voor onze auto en nauwelijk bereikbaar voor onze telelenzen, maar staan toch een half uur naar ze te staren.
Het loopt al tegen het einde van de middag en Elly en Irma willen toch nog heel graag een mannetjes leeuw zien. Nou, we worden op onze wenken bedient. Er licht een mannetje en vrouwtje languit op zo’n 30 meter van de weg. Nu wachten te het mannetje opstaat. Dat doet hij niet, hij rolt zich een keer om en gaat dan verder slapen. Francis zegt dat hij waarschijnlijk gepaart heeft met het vrouwtje. Tja, daar wordt je wel moe van. Hij schijnt daar al 4 uur te liggen slapen.
Na een lange en weer een enerverende dag rijden we weer de kraterwand op naar de lodge.
Vanavond om 19:00 zitten we weer klaar voor een acrobatenshow en het diner. Morgen rijden we de Serengeti in. Dat wordt ook weer een lange dag omdat we die dag de meeste kilometers gaan maken.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 10 mei, 2015 in Uncategorized

 

Masai dans en een zoekgeraakte portemonnee (zaterdagavond, 9 mei)

In het restaurant was gisteravond een Masai show met monotoom, maar mooi, gezang en een soort dans. Daarbij stonden ze in een halve cirkel waarbij de vrouwen met hun brede nekversiersel stonden te schudden en de mannen een voor een zo hoog mogelijk sprongen om daarna met een luide klap van hun platte voeten op de grond neer te komen. Na afloop nog even in de bar gezeten om niet in het restaurant in het gedrang te komen.
In het restaurant is de mooie glazen ramenpartij afgedekt met gordijnen. Jammer, geen uitzicht, alhoewel er waarschijnlijk toch geen uitzicht was omdat het pikkedonker is. De eigenlijke reden is dat het nu buiten, op 2300 meter, verschrikkelijk koud is. We hadden ons hier al op voorbereid, maar met drie lagen kleding zaten we toch nog de koukleumen. Het eten deed ons echter goed.
Hier ook een van de lekkerste toetjes gegeten, chocolademousse met een soort stijve slagroom. De lekkerste (maar ook kleinste) chocolademousse die ik gegeten heb. Carmen, je weet nu waar je moet zijn!
Er bleek ook iemand jarig te zijn. Het gehele personeel van het restaurant en de keuken kwamen hem met een taart en liedjes verrassen. Alle personeelsleden hadden hier ook echt plezier in.
Voor, tijdens en na het eten geprobeert wat foto’s op facebook te krijgen en de teksten van het blog te uploaden, maar het internet was zo instabiel dat het pas aan het einde van de avond een beetje begon te lukken. Door deze problemen ook weinig foto’s bij de blog, sorry. Daardoor laat naar bed gegaan. Morgen (vandaag dus) moeten we vroeg op, om op tijd in de krater te zijn.
De wekker gaat om 6:00 uur. Omdat ik vannacht wat wakker had gelegen, draai ik mij nog even om. En ja hoor, wat mij niet vaak gebeurt, gebeurt uitgerekend nu het schema krap is. Ik slaap weer in en wordt gelukken bij de tweede wekker om 7:00 wakker. Ik rol meteen m’n bed uit en sta binnen een kwartier bepakt en bezakt in het restaurant. Daar zien we Elly en Nick nog niet???? Blijkt dat het toch wel mee valt. We hoeven niet om 7:30 maar om 8:00 weg. Evengoed wordt dat een beetje haasten.
Dat had ik nog niet geschreven omdat we daar na het schrijven van de vorige ‘post’ pas achter kwamen. Doordat Irma eergisteren niet gedineerd had, hadden we de waardepapieren niet in de kluis gedaan. Irma had wel haar portemonnee in de kluis gelegd. We hebben bij vertrek helemaal vergeten de kluis te controleren en zijn dus de portemonnee er vergeten uit te halen.
Eerst Francis via de receptie proberen te bereiken. Dat lukte op een of andere manier niet. Toen maar met de receptionist gesproken het een en ander uitgelegd. Het zou geen probleem zijn. Zij zouden de portemonnee hier naartoe brengen.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 10 mei, 2015 in Uncategorized

 

Op naar de Ngorongoro krater (zaterdag, 9 mei)

Irma voelt zich weer een stuk beter en kan het opbrengen om in het restaurant te ontbijten. Ik laat mij weer verwennen en laat een spiegel met bacon aanrukken. Thee is altijd een probleem. Zeker voorradig, maar bijna altijd te sterk, ook als we maar per pot 1 theezakje vragen. We gaan maar over op een andere strategie. We vragen of ze de theezakjes los willen brengen, dan kunnen we zelf bepalen hoe sterk we het maken. Dat wil ook niet altijd lukken, Nick en Elly krijgen een klein potje thee met twee zakjes erin en een potje heet water. Dat is wel nodig ook, de thee is pikkezwart.
Wat mij wel opvalt is dat in deze lodge ook ’s ochtends vier pannen met Indiaase warme maaltijden staan. Dat zou er bij mij ’s ochtends echt niet in gaan, maar bij de Indiaase gasten waarschijnlijk wel. Het lijkt dat dit gebied zich ook richt op de aziatische markt.
Vandaag geen game drives. We rijden van de ene lodge naar de andere. Onderweg komen we nog wat dorpen tegen. Overal hetzelfde, maar hoe verder je van Arusha af bent, hoe netter de dorpen eruit zien. Maar ook hier is alleen de hoofdweg bestraat. De zijwegen zijn van zand en stukken steen. Overal taxi’s, geen auto’s maar brommers of motors.
We stoppen om wat souveniers te kopen. Als we op de parkeerplaats uitstappen staan er meteen twee verkopers om ons heen. Zoals onze chauffeur als eerder gezegd heeft, worden er achter de ‘winkel’ (zand op de vloer) aktief souveniers gemaakt. Hier zien we geen schilders maar houtbewerkers. Deze maken allerlei soorten beeldjes van Ebbenhout. De ruwe stukken liggen op een hoop. Daar zie je duidelijk dat ebbenhout van buiten er als geween hout uit ziet, maar de kern is zwart hout. Ze werken in teams. Er is een houtsnijder, dan een grofschuurder, dan de fijnschuurder en dan wordt het beeld nabewerkt met olie of schoensmeer.
We kiezen een schilderij uit met Masai krijgers. Deze gaan de schilderijtjes in de keuken vervangen. De meeste schilderijen staan uitgestald langs de weg en zijn aan de onderkant vuil van de opspattende regendruppels. Als ik daar op wijs, wordt het als een voldongen feit afgehandeld, alsof er geen andere mogelijk is. Er hangen er een paar binnen en ‘mijn’ verkoper laat mij nog een schuurtje zien waar nog 50 schilderijen staan.
Nadat ook Nick en Elly een paar schilderen voor hunzelf en voor de (klein)kinderen hebben gekocht vertrekken we naar de Ngorongoro krater. Alhoewel we op weg zijn naar onze lodge is de weg direct na het passeren van de ingang van het ‘reservaat’ weer onverhard. Op de rand van de krater aangekomen is er een uitkijkpunt. We kunnen de binnenkant zien. Oeh’s en Aah’s zijn niet van de lucht. We krijgen zoals gewoonlijk weer uitgebreide uitleg van Francis. Ik sta elke keer weer versteld van de hoeveelheid kennis waarover hij beschikt.
Het nu duidelijk kouder. In de vorige lodge hadden we onze sandalen, die we die dag daarvoor voor het eerst waagde aan te doen, alweer verruild voor dichte schoenen met sokken. We zijn vertrokken met korte broek en t-shirt maar hier moeten we voor het eerst ons vest aan. Je merkt dus duidelijk dat we op een veel grotere hoogte verblijven. Een voordeel, er zijn geen malariamuggen, dus ook geen gedoe met klamoegaas.
In de Ngorongoro Serena Safari Lodge aangekomen kunnen we meteen aanschuiven voor de lunch. Weer geen broodje, dan maar is een keer een alternatief, aan vegetarische pastaschotel. Dat smaakt wel. We zitten achter enorme ramen met zicht op de binnenkant van de krater.
We hebben de middag vrij. Dat is wel even wennen. Eerste plaatsen we ons op het terras in de hoop om nog wat in het zonnentje te kunnen zitten en de grootsheid van de krater in ons op te nemen. Het tweede lukt, maar voor het eerste kunnen we, zoals een ober die langs komt zegt, ‘nog wel wachter tot morgenochtend’. De lodge ligt namelijk op de westrand gericht op de binnenkant van de krater. Dus ‘smiddag’s zit je per definitie in de schaduw. Dan maar bij ons op het balkon proberen, deze ligt iets meer westwaards. Ook hier geen geluk. Op het gras voor het balkon staat wel een zonnetje, dan maar daar even zitten. Hier kan ik, samen met Nick (de dames prefereren de verwarmde kamer), nog een half uur in de zon opwarmen. Af en toe kijk ik wel een beetje ongerust om mij heen. We zitten nog altijd binnen de parkgrenzen.
De vrije middag is ook een mooie tijd om dit blog bij te werken. Nu maar eens kijken of we een fatsoenlijke internet verbinding kunnen krijgen om dit verhaal te uploaden.
Vanavond bij of na het eten wordt er een Masai show gegeven. Ben benieuwd wat dat is.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 10 mei, 2015 in Tanzania 2015

 

Tarangire en Lake Manyara National Park (vrijdag, 8 mei)

Vanochtend (vrijdag 8 mei) weer genoten van het ontbijt. 8:30 vertrekken we voor een halve dag ‘game drive’ in Tarangiry National Park. Wat kunnen we na 1 1/2 dag in het Tarangiry NP nog voor bijzonders meemaken? Daar komen we snel achter. De wegen zijn door de regenbuien soms stevig uitgesleten en onze chauffeur Francis besluit ons op een Parijs-Dakar ervaring te trakteren. De auto staat muurvast in een geul. De mannen mogen eruit om de wagen te schudden terwijl Francis dan weer voor, dan weer achteruit probeert te rijden. Dat lukt niet. Volgende methode; de auto opkrikken. Er wordt een krik van een meter uit de auto gehaald. Het opkrikken valt echter niet mee. De krik schuift ook in dezelfde geul. Dan besluiten we stenen te gaan verzamelen.
Ja… en dat allemaal in het park waar we leeuwen en leopards zouden moeten spotten! De dames stonden stoer op de uitkijk.
We vinden een hele grote kei (we even oppassen bij het optillen of er geen gevaarlijke dieren onder zitten) en leggen die als steun in de geul. Krik erop, auto opkrikken en de kleine steentjes eronder duwen. Francis rijdt de auto zonder problemen achteruit. Alles weer inpakken en we kunnen verder. In de auto als we weer een paar giraffen tegenkomen voelt het toch wel vreemd dat we buiten gelopen hebben.
We lunchen in de Lake Manyara Loge. Ook weer heerlijk, maar het warm eten tussen de middag wordt ik zo langzamerhand zat. Ik eet liever een broodje pindakaas. Gelukkig serveert het restaurant de volgende ochtend ook pindakaas.
De middag brengen we door in het Lake Manyara National Park. Dit is een relatief klein park met veel ‘regenwoud’. Op het verste punt is er een nijlpaardenvijver. Daar mogen we de auto uit om op een soort brug de nijlpaarden te observeren. Ze liggen speels in het water. Soms spuit het water omhoog. We komen zowaar nog andere gezelschappen tegen. Een paar Amerikanen die interesse hebben voor Nick z’n toeter van een lens en een stel luidruchtige Zuid-Afrikanen die met een biertje in hun hand naar de nijlpaarden staan te kijken.
We zien best wel veel wild, maar we worden zo langzamerhand verwend. Antilopen, gazellen, gnoes, zebra’s en een olifant in de verte doet ons niet meer zo veel. De apen met kleintje zijn altijd vertederend en een grote groep zebra’s is weer leuk voor fotocomposities, maar achteraf vinden we de middag game drive niet zo interessant.
We arriveren laat bij de lodge en kunnen bijna meteen aan tafel gaan voor het diner. Dat wordt dan een diner voor drie, Irma haakt af. Ze heeft veel last van haar buik en een opgeblazen gevoel. Geen diner voor haar. Ik heb deze keer gekozen voor India’s voedsel. Dat was erg lekker, maar ook zeer pittig. Voor het eerst echt buiten gedineerd en dat bevalt ons goed.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 9 mei, 2015 in Uncategorized

 

Tarangire National Park (donderdag, 7 mei)

Internet is erg traag. Kijk voor foto’s naar m’n Facebook. Ik deel de foto’s daar van Irma, Nick en Elly.

Gisteren weer heerlijk gegeten in de Tarangire Sopa Lodge. Een indrukwekkende entree en een doorkijk naar de ondergrondse rivier die hier schijnt te lopen. Als het donker is worden we naar ons huisje begeleid. De wacht schijnt regelmatig over het grasveld en door de steegjes. Op mijn vraag wat we hier eventueel kunnen verwachten antwoord hij; luipaarden en olifanten. Ik ben dan weer benieuwd wat hij dan gaat doen om ons te beschermen? Zover komt het echter niet. Alles is rustig.

We zitten hier midden in het Tarangire National Park, het is sowieso bijzonder dat hier gewoon elektra is en warm water, maar internet is ook gratis te gebruiken. Af en toe wat langzaam, dat maakt het uploaden van de foto’s wel wat lang duren. Maar we hebben geduld.
Vanochted weer vroeg eruit. Met de chauffeur Francis hebben we afgesproken om 8:30 uur te vertrekken. We weten echter nog niet waar naartoe en hoe de dag eruit zal zien. Dit omdat het nog niet duidelijk is waar we vanavond zullen slapen. Na het ontbijt ontmoeten we Francis en leggen we hem voor wat we graag willen doen. We blijven een tweede nacht in het park. Dat verandert zijn plan. Er worden lunchpakketten besteld omdat we dan dieper het park in kunnen. Dit blijkt een gouden greep. We moeten wel dik een half uur wachten voordat we weg kunnen. Na wat gemorrel op dat moment, bleek tijdens de lunch dat nuttige tijd was geweest. Het lunchpakket was heerlijk.
Nu op weg, dag drie. Wat zullen we nu weer zien. Het eerste half uur zien we niet iets bijzonders, maar daarna vallen we weer van de ene verbazing in de andere. Prachtige kuddes olifanten, gazelles, giraffes, buffels. Dingdings, die leven altijd in paartjes, en nog veel meer klein en groot wild. Vogels in alle soorten in maten. O.a. de snake eagle en de king fishers eagle. We doen ons best om de vogels bij het wegvliegen te fotograferen. Dat is nog niet zo gemakkelijk.
We zien een landingsstrip. Deze wordt voornamelijk gebruikt voor de bevoorrading van de lodges. Opeens draait Francis the jeep. We gaan naar de landingsstrip om zijn ‘permit’ voor het park te verlengen. We zien dat mannen het gras met de hand maaien. Ze hadden een gekromde ijzeren strip en daar maaide ze mee langs de grond. Letterlijk maaien dus. Ik heb het ook even geprobeerd, nou ik kan je vertellen dat ik dat niet een dag zou vol houden.
Terug naar de route komen we weer over dezelfde brug die we heen gehad hadden. Francis roep ‘Lion’. Waar, waar….. Links op 50 meter loop een leeuwin. Francis zag hem nog achter een gazelle sprinten, maar hij gaf het snel op. Hij loopt nu heel relaxed van ons af, alsof we niet bestaan. We rijden de weg af, dan naar link en stoppen zo ongeveer waar de leeuwin de weg over zal steken. Nog steeds treks ze zich niets van ons aan en loop zo’n 10 meter voor onze auto de weg over. Foto’s, film, verrekijker… we probeerde het geheel zo goed mogelijk vast te leggen. We vreemd weer, we zitten in een auto met een open dak, zij zou er zo opgesprongen kunnen hebben. Francis stelt ons gerust. Leeuwen zijn heel gemoedelijk en eten geen mensen, zegt hij. Als je op ze af loopt gaan ze je uit de weg.
Even verderop gaan we picknikken. Midden in het park drie tafels met banken, zonder enige afscherming anders dan een stuk gemaaid gras waardoor we dieren aan kunnen zien komen en niet per ongeluk op een slag stappen…… Francis rijdt wel even om het toiletgebouwtje heen, zodat hij zeker weet dat daar niet toevallig een leeuw zit……
Nogmaals, de lunch heeft ons heerlijk gesmaakt. We zijn eigenlijk geen moment bang geweest.
Op naar de volgende kudde olifanten. Tijdens de lunch hebben we deze al gespot. Vlak langs het grote moeras. Het moeten er wel honderd zijn en er loop een weg langs het moeras zodat we vlak in de buurt kunnen komen. We komen uiteindelijk op 50 meter afstand, zetten de auto stil en beginnen te filmen. Na 15 minuten keren we om en rijden weer richting lodge zodat we nog even een de middag aan het zwembad kunnen genieten.
Terug langs het moeras blijkt wel een van de slechtste wegen te liggen. We telkens leeuwensporen. We zien er echter vandaag geen een meer.
Terug in de lodge kleden we ons om, om bij het zwembad te zitten. Maar niet voordat ik nog een paar reptielen voor Vincent heb gefotografeerd. Opeens zaten er wel 3 op en rond ons huisje. Naast eekhoorntje wordt de tuin en het dak bevolkt door een soort marmotten.
Als we dan uiteindelijk met een glas ananassap langs het water liggen begint het voor het eerst die dag licht te regenen. We zitten onder een parasol, dus dat is niet erg. Ik vind het echter wel te koud om te gaan zwemmen. Irma wil al weer na een half uurtje lezen naar binnen. Ze heeft het koud. Het is 18:00 en ligt ze naast mij op bed te slapen.

 
Een reactie plaatsen

Geplaatst door op 7 mei, 2015 in Uncategorized